Sommige Nederlandse bedrijven beginnen al aan hun derde outsourcingcontract, andere staan nog aan het begin van hun ‘reis’. We kunnen veel meer van elkaar leren, stelt Peter van ’t Verlaat, hoofd Solutions, Innovation & Marketing bij Fujitsu Nederland.
‘More for less’, dat was het uitgangspunt voor bijna elk bedrijf dat de afgelopen tien jaar besloot om processen buiten de deur te gaan zetten. De eerste generatie outsourcingscontracten was dan ook vooral gebouwd rondom het principe van kostenbesparing. Wat daarna volgde, was een optimalisatieslag. In deze tweede generatie was er echter vooral oog voor optimalisatie van kosten en efficiency bij de provider zelf. De aansluiting op de business van de klant en een gebrek aan innovatie bleef een probleem.
Vaak was er de afgelopen jaren sprake van een verschil tussen wat de business wilde bereiken en wat technologie (via outsourcing) mogelijk moest maken. Sommige organisaties zijn daardoor achterop geraakt. De nu snel opkomende derde generatie outsourcing moet aan deze ‘innovatiedroogte’ een einde maken. Kenmerkend voor deze contracten is dat deze een verbinding leggen tussen ‘business outcomes’ van de klant en wat ICT kan betekenen voor deze plannen. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld omzetgroei, loyalere klanten of het behalen van een beslissend concurrentievoordeel.
Prijs, volumes en service levels voor bijvoorbeeld beschikbaarheid en responstijden waren belangrijke elementen in eerste en tweede generatiecontracten. Maar klanten die bezig zijn met een derde generatiecontract zoeken nu naar elementen die nog meer bijdragen aan de doelen van de business. Zoals flexibiliteit, want innovatie kan niet stoppen op het moment dat het contract is getekend. Time-to-market is ook belangrijk; agile ontwikkelprocessen, die het mogelijk maken snel een product op de markt te zetten. Andere elementen kunnen zijn: flexibele prijzen, variabele contractgroottes of integratie met andere providers.
Er zijn nu al genoeg best practices in de markt te vinden van derde generatie outsourcing. Ook onder Nederlandse bedrijven. Maar je moet het toch eerst zelf meemaken om het te geloven. In de outsourcingmarkt staan ons intussen twee grote uitdagingen te wachten. De eerste: hoe kun je nu in samenspel tussen klant en leverancier goede derde generatie contracten maken? En de tweede: hoe leiden we bedrijven, voornamelijk in het MKB, versneld door de eerste en tweede generatie heen?
Als klant zou je vooral gedachten uit moeten wisselen met leveranciers, en nog meer met andere bedrijven die al verder zijn. Bijvoorbeeld via Platform Outsourcing Nederland. Ik geloof heel sterk in het leren van andere organisaties. Want er zijn absoluut al derde generatie contracten in de markt, zeker bij de wat grotere bedrijven. Nu is het tijd dat de rest gaat volgen.