Google heeft twee datacenters geopend in Azië om de twee snelst groeiende markten voor consumententechnologie te bedienen.
Het technologiebedrijf kiest Taiwan en Singapore uit als vestigingsplaats en dit illustreert de problemen waarmee het te maken heeft in China en India, naar inwoner aantal gemeten de twee grootste landen wereldwijd. Ondanks de sterke vraag naar data zijn er obstakels voor Google om zich in India en China te vestigen. In India heeft Google te maken met veranderende wetgeving en in China is er sprake van internetcensuur door de overheid.
Het mobiele data verkeer groeit in 2014 naar alle waarschijnlijkheid met 68 procent in de opkomende Aziatische economieën. Dit ligt een stuk boven de gemiddelde wereldwijde groei die uitkomt op 48 procent, blijkt uit onderzoek van Analysys Maspon, een consultancy bureau. Normaliter bouwen technologiebedrijven datacenters zo dicht mogelijk bij de klant omdat een afstand de snelheid aantast.
Google constateert dat de groei van het internet in Azië fenomenaal is. Het aantal internetgebruikers in India alleen al is verdubbeld van 100 miljoen naar 200 miljoen in zes jaar tijd. En die groei zal de komende tijd aanhouden is de verwachting van Google omdat de meerderheid van de Aziatische bevolking nog online moet komen.
Bij het bouwen van datacenter kijkt Google naar de kosten als het een locatie zoekt. Maar zaken als privacybeleid, het aanbod van goed opgeleide werknemers en een uitstekende infrastructuur spelen ook mee. Met de opening van de twee datacenters in Taiwan en Singapore komt de totale jaarlijkse investering in beide landen respectievelijk uit op 600 en 120 miljoen dollar.
Google trok zich in 2010 terug uit China na een cyberattack. Het marktaandeel van de zoekmachine is inmiddels teruggelopen tot 9 procent terwijl dit in India 97 procent bedraagt.