De traditionele verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke vaardigheden vervagen. Dat blijkt uit onderzoek onder 1065 Nederlandse werknemers, uitgevoerd door Lepaya. Zo is het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke ondervraagden dat zich analytisch en ICT-bekwaam vindt, slechts drie procentpunten. Daarnaast geven mannen zichzelf een gelijke score voor ‘zachte’ skills, die vaak als typisch vrouwelijk worden gezien, zoals onder andere communicatievaardigheden.
Hoewel er aan de stereotype verdeling van competenties op de werkvloer een einde lijkt te komen, zijn de verschillen op bepaalde vlakken toch nog merkbaar. Meer dan de helft van de vrouwen (55 procent) vindt dat hun leiderschapsskills, zoals moeilijke gesprekken voeren, nog ontoereikend zijn. Onder mannen bedraagt dit slechts 47 procent.
Volgens René Janssen, oprichter van Lepaya, zijn de tijden van gendertypering echter voorbij: “Door de digitalisering van de arbeidsmarkt worden dezelfde skills, zowel ‘harde’ als ‘zachte’ vaardigheden, relevant voor iedereen. Binaire lijnen vervagen, stereotypering verdwijnt en skills zullen langzamerhand het stokje van diploma’s overnemen”.
Generatiekloof
In de jaarlijkse Lepaya Skills Monitor beoordelen werknemers van alle leeftijden zichzelf op acht toekomstbestendige vaardigheden. Opmerkelijk zijn dit jaar de verschillen tussen de diverse leeftijdsniveaus. Zo lijkt de eerste generatie digital natives merkwaardig genoeg het minst digitaal vaardig. Slechts 19 procent van de Gen Z ondervraagden (geboren na 1996) heeft analytische skills, zoals bijvoorbeeld het omgaan met IT en data, volledig onder de knie tegen ruim 35 procent van de millennials, 27 procent van Generatie X en 21 procent van de oudste generatie, de babyboomers.
Janssen: “Geboren worden in een wereld waarin het internet niet meer weg te denken is, geeft geen garanties voor de toekomst. Om digitale vaardigheden optimaal te ontwikkelen, hebben zelfs digital natives de juiste handvatten nodig”.
Opvallend genoeg heeft de jongste generatie respondenten ook het minste vertrouwen in hun aanpassingsvermogen. Zo geeft maar liefst 1 op 10 geeft aan slecht met verandering om te kunnen gaan. Over de hele linie is er bovendien ruimte voor verbetering. Ruim 38 procent van alle Nederlandse werknemers scoort op omgaan met verandering namelijk een krappe voldoende of lager.
Sectorspecifieke skills
Merkwaardig zijn ook de verschillen op sectorniveau. Zo zijn respondenten uit de zakelijke dienstverlening vaker bovenmatig competent op het gebied van IT-skills (93 procent) dan de ondervraagden die daadwerkelijk in de IT-sector werkzaam zijn (85 procent). Logisch, aldus Janssen: “Elke organisatie is tegenwoordig een techbedrijf. Digitale skills behoren niet enkel meer tot de IT-sector, maar zijn ze verplichte kost voor iedere beroepsgroep”.