Drie jaar na de introductie op de Amerikaanse markt, introduceert Nest aan het einde van de maand in samenwerking met Essent de ‘slimme’ thermostaat op de Nederlandse markt.
Het apparaat toont gelijkenis met de oude draaithermometer maar is allesbehalve ouderwets. Zo is het nieuwe systeem uitgerust met acht sensoren, speciale software en een eigen draadloos communicatiekanaal. Door deze uitrusting kan het systeem zich naadloos aanpassen aan de behoeften van de bewoners. Na een week weet de thermostaat bijvoorbeeld precies wanneer het huis verwarmd moet worden of de lichten aan moeten. Het grote voordeel aan de thermostaat is dat gebruikers de thermostaat zelf niet in hoeven te stellen. Dit moet nog wel bij de huidige ‘slimme’ thermostaten, maar wordt nog wel eens als een lastige klus ervaren.
Privacy
Sinds de inlijving van Nest door Google is privacy een veelbesproken onderwerp. Gebruikers van de slimme thermometer en potentiële kopers willen weten of Google hun gegevens gaat gebruiken voor advertentiedoeleinden. Volgens Lionel Paillet, Europees directeur van Nest, is hier geen sprake van: “Nest heeft eigen gebruikersvoorwaarden die stellen dat data niet worden doorgegeven of verkocht.” Voor gebruikers van het systeem is het daarom ook altijd mogelijk om hun data in te zien en te verwijderen. Om hun onafhankelijke positie van Google nog meer te benadrukken behoudt Nest ook een eigen hoofdkantoor in Silicon Valley.
Energieverbruik
Naast het gebruiksgemak dat Nest biedt, moet het de gebruiker ook helpen om het energieverbruik te verlagen. Door de exclusieve samenwerking met Essent wordt Nest aangeboden aan circa 2,7 miljoen Nederlandse huishoudens. De verwachting is dat het energieverbruik van gebruikers met zo’n 20 procent zal dalen. Volgens een woordvoerder van Essent zullen er geen gegevens worden uitgewisseld tussen Essent en Nest.
Voorzichtige entree
De grote doorbraak voor slimme energieapparaten moet echter nog komen. De verwachting is dat de massa pas bereikt wordt wanneer de grote technologiebedrijven zoals Google en Apple onder hun eigen vlag producten gaan ontwikkelen. Eerder introduceerde Apple het platform HomeKit en ook Samsung toonde z’n ambities met de aankoop van SmartThings. Hiermee lijken zij voorzichtige stappen te nemen naar de huishoudelijke apparatenmarkt.