Hoewel er een grote vraag is naar ICT-personeel zitten duizenden ICT’ers thuis omdat hun opleiding niet aansluit op de huidige vacatures. Volgens Wouter Bronsgeest, duo-voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals (KNVI) zijn zowel de overheid, het bedrijfsleven als de medewerkers zelf verantwoordelijk om de vaardigheden van ICT’ers te laten aansluiten bij de veranderende vraag.
Wat is precies het probleem?
“Er zijn genoeg ICT’ers in Nederland dus het zou helemaal niet nodig moeten zijn om arbeidskrachten uit het buitenland te halen. Maar toch lukt het niet om de vacatures met ‘eigen’ mensen ingevuld te krijgen. Sterker nog, in 2017 ontstonden er maar liefst 53.000 nieuwe vacatures. En in werkelijkheid zal dit getal nog hoger liggen omdat werkgevers lang niet altijd een formele vacature uitzetten in de zoektocht naar personeel.”
Waarom is er zoveel vraag naar ICT’ers?
“Omdat de samenleving in een sneltreinvaart digitaliseert, is er veel sectoren behoefte aan ICT’ers. Van overheid tot zorg, metaalindustrie en het onderwijs, allemaal hebben ze veel openstaande vacatures.”
Hoe kan het nou dat die vacatures niet ingevuld kunnen worden als er zo veel ICT’ers zijn?
“Volgens het UWV is er sprake van een kwalitatieve mismatch, met andere woorden het aanwezige aanbod sluit niet aan bij de vraag. Zo zijn er nog relatief veel ICT’ers met een mbo-2 opleiding terwijl hier bijna geen behoefte meer aan is. En van het technisch geschoolde personeel dat wél de juiste papieren heeft, werkt een deel als freelancer, iets wat relatief duur is voor werkgevers. Deze mismatch vraagt om een (snelle) omscholing van mensen die in de basis geschikt zijn voor het werk waar we nu expats voor gebruiken.
Wat zou er volgens de KNVI moeten gebeuren?
“De KNVI pleit ervoor dat de overheid en het bedrijfsleven een cruciale rol gaan spelen door een stevig traject van brede omscholing op te zetten. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw hadden we de zogeheten PION-trajecten (Promotie van Integratie door Omscholing in Nederland) waardoor duizenden HBO-ers en academici werden omgeschoold tot ICT-specialisten. En deze tijd vraagt om een soortgelijke maatregel. De overheid en het bedrijfsleven kunnen nog meer doen door om mensen klaar te stomen voor het digitale tijdperk door medewerkers de juiste opleidingen aan te bieden en tijdig een overstap te maken naar nieuwe bedrijfsmodellen. Bedrijven als Uber en Airbnb leren ons dat de vergaande digitalisering leidt tot veranderende bedrijfsmodellen die gestoeld zijn op diensten in plaats van producten.”
Zou de politiek ook meer moeten doen?
Op de lange termijn is er zeker ook een rol weggelegd voor beleidsmakers en opleiders om door middel van wetgeving Nederlandse arbeidskrachten een betere concurrentiepositie te geven en geschikt te maken voor de nieuwe generatie banen. Het feit dat politici en andere beleidsmakers over het algemeen weinig kaas gegeten hebben van ICT helpt hier niet bij. Het merendeel heeft te weinig kennis van toepassingen, het gebruik van data, de al bestaande competentie-frameworks in Europa en ICT in het algemeen.
En de ICT’ers die nu niet aan het werk komen, treft hen enige blaam?
“In de huidige samenleving waarin technologische veranderingen aan de orde van de dag zijn, mag er zeker ook een beroep gedaan worden op de verantwoordelijkheid van ICT’ers zelf. Zij zullen zicht bewust moeten zijn van de kwesties die nieuwe technologie, nieuwe bedrijfsmodellen en nieuwe manieren van communiceren met zich meebrengen. We gaan toe naar het decennium van smart humanity en dit houdt in dat medewerkers ervoor moeten zorgen dat zij interessant blijven voor de arbeidsmarkt door goed te weten wat de moderne, veranderende samenleving van hen verlangt én tijdig in actie komen om te zorgen dat zij ‘the right (wo)men for the job’ zijn.”